Kastanjes

Algemeen

De kastanjebomen aan de Voorstad en de Oostsingel hebben de Kastanjebloedingsziekte. Helaas kunnen we de bomen niet meer beter maken. Daarom moeten we twaalf kastanjes weghalen. We gaan op die plek 20 nieuwe bomen planten.

Wat is er aan de hand?

Alle kastanjes aan de Voorstad en de Oostsingel hebben de Kastanjebloedingsziekte. Deze ziekte maakt de bomen zwakker en kwetsbaarder. Dit geldt voor alle kastanjes, ook de jongere bomen. De bomen zijn niet meer beter te maken. We troffen de laatste jaren maatregelen om de bomen zo lang mogelijk te laten staan. Helaas gaat het niet goed met twaalf kastanjes van de Stenen Brug tot Oostsingel voor huisnummer 156. Deze bomen worden onveilig voor de omgeving, bijvoorbeeld door afbrekende takken. Daarom moeten we ze weghalen. Dit noemen we rooien.

Wat gaan we doen?

Eerder vertelden we dat we verwachten de kastanjes in het najaar/winter van 2025/2026 weg te halen. Maar een recent flora en fauna onderzoek naar de planten en dieren in het gebied laat zien dat er vleermuizen in het gebied leven. We moeten eerst meer onderzoek doen naar de vliegroute, de verblijfplaats en het jachtgebied van deze vleermuizen. Het is verplicht om dit onderzoek twee keer te doen in de periode mei t/m augustus en één keer in de winter. De onderzoeken zullen plaatsvinden tussen zonsondergang en zonopkomst. Na de onderzoeken mogen we de twaalf kastanjes pas rooien. Dat betekent dat we kastanjes naar verwachting in de winter van 2026-2027 kunnen rooien.

In de tussentijd controleren we regelmatig of de twaalf kastanjes nog veilig zijn. Als een kastanje niet meer veilig is, gaan we deze al wel rooien. 

In het najaar van 2025 gaan we de Oostveste baggeren. Tijdens die werkzaamheden maken we meteen het talud (de berm) van de Oostveste breder. Dit doen we om de nieuwe bomen een betere groeiplaats te geven zodat ze oud kunnen worden. De wortels hebben dan meer ruimte om stevig te wortelen. 

Welke bomen komen terug?

Op de plaats van de twaalf kastanjes komen twintig bomen terug van vijf verschillende boomsoorten. Dit zijn de moseik, zilveresdoorn, zomerlinde, zilverlinde en de iep. Dit zijn sterke boomsoorten, die minder vatbaar zijn voor ziektes. We planten deze nieuwe bomen één plantseizoen later, dus in het najaar/winter van 2027-2028. Dit doen we om de bodem eerst nog tot rust te laten komen. Ben je benieuwd hoe de nieuwe bomen eruitzien als ze groot zijn? Hieronder zie je een impressie.

 

impressie voorstad

Wat gebeurt er met de andere kastanjes?

De andere kastanjebomen aan de Oostsingel blijven voorlopig staan. We controleren regelmatig of ze veilig zijn. In de toekomst moeten ze wel weg. We weten nog niet precies wanneer, misschien over 5 of over 10 jaar. We proberen ze nog zo lang mogelijk te koesteren. 

Als er weer een groep bomen onveilig wordt, vervangen we ze op dezelfde manier. Dat betekent dat we een groep bomen rooien en vervangen door de nieuwe boomsoorten. Ook verbreden we dan op die plek weer het talud. 

Vraag en antwoord

Vragen en antwoorden over de kastanjes

De kastanjebloedingsziekte wordt veroorzaakt door een bacterie met de naam 'Pseudomonas syringae pv aesculi'. Op de schors van de boom verschijnen roestbruine, natte plekken. Hieruit komt een stroperige vloeistof, alsof de boom bloedt. Deze ziekte komt alleen voor bij de paardenkastanjeboom. De bacterie gaat in de cellen van de boom zitten die voeding brengen. Hierdoor raken deze cellen verstopt en kan het sap minder goed door de boom stromen. Uiteindelijk kunnen de zieke delen van de boom afsterven.

We gaven de bomen extra voeding en we gaven ze houtsnippers. Helaas heeft dit onvoldoende gewerkt. 

De bomen sterven uiteindelijk af, waardoor ze een gevaar gaan vormen voor de omgeving. Bijvoorbeeld door afbrekende takken. Uiteindelijk is er geen andere oplossing dan de bomen te rooien en nieuwe bomen te planten. 

De kapvergunning maken we via de gebruikelijke kanalen bekend. Dit is via www.overheid.nl en in de Bevelandse Bode. Tegen een verleende vergunning kan je bezwaar maken.

Ja. En zolang ze veilig blijven willen we de bomen ook laten staan.

De boomsoorten die terugkomen zijn: de moseik, zilveresdoorn, zomerlinde, zilverlinde en de iep.

Nee. Omdat het hier om een belangrijke groenstructuur voor de stad gaat, kiest de gemeente zelf welke soorten er terugkomen.

De nieuwe bomen zijn sterke boomsoorten die een normale groeisnelheid hebben. Dus niet heel snel of heel langzaam. De impressie van de nieuwe bomen is ongeveer over 25 jaar.